Recente aanpassing aan de regels inzake bewindvoering

Overzicht van de juridische bescherming en bewindvoering

De statuten en vergoedingen van bewindvoerders zijn nu stevig verankerd in de wet. De federale wetgever heeft ingrijpende wijzigingen doorgevoerd in zowel het oud Burgerlijk Wetboek als het Gerechtelijk Wetboek. Deze aanpassingen brengen een duidelijk onderscheid tussen familiale en professionele bewindvoerders met zich mee, waarbij expliciete voorwaarden voor beide categorieën zijn vastgesteld voor de aanstelling als bewindvoerder in een dossier van gerechtelijke bescherming. Bijzondere aandacht wordt besteed aan verbeterde controle en meer transparantie met betrekking tot de activiteiten van professionele bewindvoerders, met maatregelen zoals de oprichting van een Nationaal Register van Professionele Bewindvoerders en de implementatie van een afzonderlijke deontologische code.

In situaties waarin een volwassene vanwege (geestelijke) gezondheidsredenen niet meer in staat is beslissingen te nemen over zichzelf, zijn welzijn, financiën, of belangen, kan gerechtelijke bescherming worden verkregen. De vrederechter kan dan een bewindvoerder aanstellen om bijstand te verlenen bij besluitvorming. Bij voorkeur wordt bewindvoering toevertrouwd aan een familielid of een vertrouwde persoon. Als dit niet mogelijk is, wordt een professionele bewindvoerder aangewezen. Details over het ontstaan en de organisatie van bewindvoering, inclusief wie wel of niet als bewindvoerder kan worden aangewezen, worden beschreven in de artikelen 494 e.v. van het oud Burgerlijk Wetboek.

De federale wetgever heeft dit kader nu aanzienlijk aangescherpt, voornamelijk om frauduleuze en malafide praktijken te voorkomen.

Voorwaarden

De wetgeving bevat naast duidelijke definities ook expliciete voorwaarden waaraan moet worden voldaan om aangewezen te worden als familiale of professionele bewindvoerder. Elke professionele bewindvoerder moet ingeschreven zijn in het Nationaal Register voor Professionele Bewindvoerders, dat operationeel zal zijn uiterlijk op 1 januari 2025. Inschrijving is geldig voor twee jaar (verlengbaar) en vereist naleving van specifieke kwalificaties, waaronder een erkende theoretische en praktische opleiding, de onderschrijving en naleving van de deontologische code, en het vertonen van bepaalde materiële en persoonlijke kwaliteiten.

Alleen professionele bewindvoerders die aan deze wettelijke voorwaarden voldoen en waarvoor geen onverenigbaarheid bestaat, krijgen toestemming om op een beschikbare lijst in het Nationaal Register van Professionele Bewindvoerders te worden opgenomen. De vrederechter die overweegt een professionele bewindvoerder aan te stellen, moet een keuze maken uit de bewindvoerders vermeld op die lijst. De deontologische code wordt uitgewerkt bij Koninklijk Besluit en is complementair aan de code van het gereglementeerde beroep van de betrokken bewindvoerder.

Vergoeding

Het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt nu dat de vrederechter een professionele bewindvoerder een forfaitaire vergoeding kan toekennen voor geleverde prestaties en gemaakte kosten met betrekking tot het beheer van het vermogen van de beschermde persoon. Deze vergoeding bedraagt 1.000 euro per jaar per bewind, met een verhoging van 125 euro in het eerste jaar. De basisvergoeding mag niet hoger zijn dan het gemiddelde maandinkomen van de beschermde persoon. Daarnaast kan een extra forfaitaire vergoeding van 5% van de jaarlijkse inkomsten van de beschermde persoon boven de 20.000 euro per jaar per bewind worden toegekend. Bijzondere omstandigheden kunnen de vrederechter het recht geven om de vergoeding te weigeren of te verminderen.

Naast de forfaitaire basisvergoeding voorziet de wet ook in een vergoeding voor buitengewone ambtsverrichtingen. De vrederechter kan de bewindvoerder, na mededeling van met redenen omklede staten, een vergoeding toekennen die in overeenstemming is met de vervulde buitengewone ambtsverrichtingen. Deze vergoeding bedraagt maximaal 125 euro per uur.

De wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum, maar uiterlijk op 1 september 2025, met enkele uitzonderingen.

Bron: 8 november 2023 – Wet betreffende het statuut van bewindvoerder over een beschermde persoon, BS 30 november 2023, blz. 111307.

Zie ook: Oud Burgerlijk Wetboek, art. 494 e.v.; Gerechtelijk Wetboek, art. 64, 465, 460, enz.

 

 

Share:

Categories

Latest Recent News

Nieuwe sancties bij contractuele wanprestaties in het Belgische verbintenissenrecht
Arbitrage-exceptie opgeworpen in tweede conclusie na wering eerste conclusie
Hof van Cassatie benadrukt rol Brussel Ibis-verordening bij insolventie

Popular Tags

Archives